Burgemeester van Amsterdam Femke Halsema bood vorige week excuses aan voor de kwalijke rol van de gemeente Amsterdam bij de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Van de bijna 80.000 Amsterdamse Joden werden er – met hulp uit alle lagen van de gemeente – ruim 60.000 vermoord. Wie terugkeerde werd na de oorlog door het stadsbestuur kil en hardvochtig behandeld. De stad stelt naast deze excuses 25 miljoen euro beschikbaar om te investeren ‘in de toekomst van Joods leven in de stad’. Een commissie onder leiding van Jet Bussemaker (PvdAGroenLinks) gaat nu kijken hoe die impuls het beste vorm kan krijgen. Vandaag verscheen van de hand van Mitchell Esajas en Dionne Abdoelhafiezkhan een HO HO, MAAR WIJ DAN? in het Parool.
De bekende antropoloog/activist Esajas en Abdoelhafiezkhan die elkaar kennen van het Zwart Manifest, schrijven dat ze die 25 miljoen euro voor Joods Amsterdam als een herstelbetaling beschouwen:
“Na de excuses voor het slavernijverleden stelden de Nederlandse regering én burgemeester Halsema expliciet niets te zien in herstelbetalingen als vervolgstap. Daartegenover staat nu 25 miljoen euro voor naar schatting 25.000 Joodse Amsterdammers. Een simpele rekensom leert dat dit neerkomt op circa duizend euro per persoon.” Om daaraan toe te voegen: “Voor nazaten van slavernij betekent het toegezegde bedrag minder dan een euro per persoon.”
Het zal mijn blankheid zijn, maar ik wist tot vandaag niet dat louter de Nederlandse/Amsterdamse bijdrage aan de slavernij heeft geleid tot ruim 25 miljoen nazaten van de slachtoffers van deze onmenselijke mensenhandel. Op Esajas’ leedcalculator staat nu dus minimaal 25 miljard euro aan herstelbetalingen te knipperen (ter vergelijking: de totale begroting van Amsterdam is dit jaar 8,1 miljard euro).
Esajas en Abdoelhafiezkhan zijn ook om iets anders boos. Want de komst van het hoofdstedelijk Nationaal Slavernijmuseum waar nu schot inzit – Hallo, daar zijn we weer – is voor hen onvoldoende. Ze schrijven: “Hoewel dit initiatief van grote symbolische waarde is, roept het vragen op als er voor andere groepen wél directe, substantiële middelen worden toegekend.”
Hoe direct en substantieel willen ze het hebben? Het museum dat in 2030 opengaat, kost 110 miljoen euro. De gemeente Amsterdam en het ministerie van Onderwijs nemen daarvan ieder 49 miljoen euro voor hun rekening, de rest moet van private geldschieters komen. Die kleine 100 miljoen staat bovendien los van het aparte slavernijfonds voor het ‘kennen, herdenken en verwerken van het slavernijverleden’ van 200 miljoen euro (staatssecretaris Koninkrijksrelaties Zsolt Szabó (PVV) deed er onlangs nog een paar miljoen bij) van de Rijksoverheid.
Maar het activistisch opinieduo sluit haar artikel vandaag af met: “De ongelijke inzet voedt het wantrouwen dat excuses slechts rituele handelingen zijn zonder concrete maatregelen om structurele achterstanden die het gevolg van het slavernijverleden zijn in te halen. Het is goed dat gemeente Amsterdam excuses maakt voor de verschrikkelijke hoofdstukken uit haar geschiedenis. Maar recht doen aan geschiedenis vraagt meer dan woorden en willekeurige geldstromen. Het vereist een moreel consistent beleid, gebaseerd op gelijkwaardigheid. Anders creëren we geen heling, maar juist nieuwe scheidslijnen in onze samenleving.”
Het lijkt erop dat het niet tot Esajas en Abdoelhafiezkhan met hun bizarre rekenmodellen is doorgedrongen dat het vorige kabinet en het huidige glashelder zijn: er komen geen herstelbetalingen. “We gaan geen herstelbetalingen betalen, daar is geen sprake van”, zei premier Mark Rutte destijds expliciet. En het huidige kabinet is dat ook niet van plan. Die 25 miljoen euro voor Joods Amsterdam gaat net zoals de 300 miljoen voor het slavernijverleden niet rechtstreeks naar nakomelingen.
De suggestie dat Amsterdamse Joden wél een herstelbetaling krijgen, is niet alleen onjuist, maar ronduit kwaadaardig. Om in de woorden van Esajas en Abdoelhafiezkhan te blijven: uitgerekend met zo’n leugen creëer je geen heling, maar juist nieuwe scheidslijnen in onze samenleving.
Beeld Pixabay/Amie Galbraith