Amsterdam is niet voornemens een brug te gaan vernoemen naar oorlogsheld Erik Hazelhoff Roelfzema (Soerabaja, 1917 – Ahualoa, 2007), zo blijkt. Vernoeming naar de Soldaat van Oranje ‘sluit niet aan om zorg te dragen voor meer diversiteit’. Daarnaast worden ‘zijn verdiensten voor Amsterdam niet herkend’ door de Adviesraad naamgeving openbare ruimten (ANOR). Hij is dus te blank voor de hoofdstad. Het zal wel, EHR was naar Nederlandse maatstaven vooral een Hagenaar, Wassenaarder en Leidenaar maar bovenal een wereldburger die ter wereld kwam op Java en overleed op Hawaï, waar hij naar eigen zeggen de kleuren, geuren en geluiden van zijn jeugd in Soerabaja herkende.
In de tussentijd werd hij mede dankzij zijn landingen op de Nederlandse kust een oorlogsheld, zette hij zich met gevaar voor eigen leven in voor de Molukse zaak en de Republik Maluku Selatan, werd hij tijdens de Koude Oorlog als programmaleider van Radio Free Europe door communisten vergiftigd en eindigde als wat hij naar eigen zeggen het liefste wilde zijn: schrijver (zo stak het de onderscheiden oorlogsheld dat hij nooit was uitgenodigd voor het Boekenbal, vertelde hij mij begin deze eeuw).
Het is daarom jammer dat EHR in al zijn boeken nooit heeft geschreven over een geschiedenis die in 2015 aan het licht kwam: een poging tot een Nederlandse staatsgreep onder leiding van oud-premier Pieter Gerbrandy (ARP) waar hij bij betrokken zou zijn geweest. Een moordaanslag op toenmalig PvdA-voorzitter Koos Vorrink had een onderdeel van die coup moeten zijn, over betrokkenheid van EHR bij die voorgenomen liquidatie valt echter niets te lezen in het boek van Sytze van der Zee waar de kwestie-Vorrink bovendien slechts zijdelings (3 opmerkingen op 3 pagina’s) aan bod komt.
Op dat dekselse Twitter maakt dat negen jaar later niet uit en gaan niet de minsten ermee aan de haal. De bekende sporthistoricus Jurryt van de Vooren stelt dat EHR ‘socialisten wilde doodschieten‘ en de prominente PvdAGL’er Jaap Stalenburg heeft het vandaag over ‘executeren‘. Grote woorden van het duo, omdat dus nergens uit blijkt dat het EHR was die Vorrink wilde doodschieten (historische ironie: Vorrink stond op de lijst om in 1942 door EHR van het strand van Noordwijk geplukt te worden).
Dat de Soldaat van Oranje bij de couppoging betrokken was, is wél plausibel concludeerde Wilhelmina- en Gerbrandy biograaf Cees Fasseur (1938-2016) destijds. Maar over die Vorrink-kwestie zei hij: “De bewijzen voor die aanslag vind ik niet overtuigend. Het zijn eerder geruchten. En het rapport waar de plannen voor die aanslag op Vorrink uit zouden blijken, is niet in het boek afgedrukt en dat is spijtig.” Dat rapport was bovendien afkomstig van de inlichtingendienst van de Amsterdamse politie terwijl Vorrink in Den Haag woonde. Direct bewijs ontbreekt dus. Maar dat maakt Van de Vooren en Stalenburg niet uit. EHR was van plan om socialisten te executeren; 77 jaar na dato toch nog even nepnieuws en desinformatie verspreiden omdat het kan.
De vraag of je een brug in de hoofdstad moet vernoemen naar iemand waarvan het plausibel is dat hij was betrokken bij een staatsgreep is overigens veel interessanter. Maar daar zijn Amsterdam, de historicus en de politicus overduidelijk niet in geïnteresseerd.
Update 19:43 – Van de Vooren reageert: “Als ik dit zo lees, had ik mijn bericht inderdaad niet moeten eindigen met het doodschieten van socialisten. Maar vanwege dat gedoe met die staatsgreep vind ik zo’n brug nog steeds geen fijne gedachte.”
Foto: Erik Hazelhoff Roelfzema tijdens een bezoek aan Nederland op donderdag 20 april 2000 in zijn hoofdkwartier De Hoefslag in Bosch en Duin. Na een interview voor tijdschrift Cigarz signeert hij zijn autobiografie voor uw verslaggever/fanboy.